Correcties : Foto's corrigeren
Foto's corrigeren
De vijf beschikbare correcties in de Foto-editor zijn Verbeteren, Aanpassingen, Bijsnijden, Rechtmaken en Rode ogen. De eerste twee kunt u besturen in de deelvensters die worden geopend in de rechterbovenhoek van de Foto-editor; de andere drie worden interactief bestuurd in de voorbeeldweergave.
* Verbeteren (foto's)
Deze correctie opent het paneel Beeldcorrectie CPU in de foto-editor met tools voor het oplossen van problemen met kleur en verlichting. De tools kunnen ook creatief worden gebruikt om aangepaste looks of stilistische effecten te bereiken die het originele materiaal niet alleen herstellen, maar ook verbeteren. Deze worden voorgesteld in de hieronder beschreven groepen.
* Automatisch
Met de twee speciale tools in deze groep past u het beeld automatisch aan na een analyse van het helderheidsspectrum. U kunt als u dat wilt de toolinstelling handmatig verder aanpassen.
Witbalans: Wanneer u het vakje Witbalans inschakelt, wordt een kleurtemperatuurinstelling voor het beeld berekend, en de schuifbalk voor de temperatuur wordt weergegeven. Gebruik de schuifbalk om de instelling interactief aan te passen terwijl u de voorvertoning weergeeft.
Niveaus: Als u dit vakje inschakelt, wordt automatische aanpassing van de verlichting geactiveerd en een set met drie bedieningsopties geopend. De eerste is Optimalisatie, een vervolgkeuzelijst waarin u het algemene gedrag van de tool kunt instellen door 'Contrast' (alleen optimalisatie voor contract) of 'Volledig' (algemene optimalisatie van verlichting) te kiezen.
De schuifregelaars Helderheid en Levendigheid kunnen op waarden van -10 tot +10 worden ingesteld. Als u deze instelt op nul wordt de standaard gekozen waarde niet gewijzigd. Helderheid geeft een algemene verhoging of verlaging van de helderheid en wordt over het hele beeld toegepast. Levendigheid is voornamelijk ontworpen om te gebruiken op beelden met mensen en is vergelijkbaar met de bediening Verzadiging, maar voorkomt het onnatuurlijke uiterlijke kenmerk van oververzadigde huidtonen.
* Basis
Met deze functies kunt u de algemene verlichtingseigenschappen van uw beeld aanpassen.
Helderheid: Hiermee kunt u de algemene helderheid aanpassen. De lichte en donkere gebieden van het beeld worden gelijkmatig beïnvloed. Gebruik de tool Selectieve Helderheid voor om de helderheid fijner af te stemmen (zie hieronder).
Contrast: Met deze knop vergroot u het verschil tussen de lichte en donkerdere gebieden van een foto. Door het contrast te vergroten kunt u een saaie foto levendiger maken, hoewel het risico bestaat dat gebieden die al erg licht of donker zijn, minder scherp worden.
Temperatuur: De knop Kleurtemperatuur verandert de kleurcompositie van een afbeelding en geeft deze een 'warmere' of 'koudere' uitstraling. Binnenverlichting, zoals gloeilampen of kaarslicht, wordt als warm ervaren, terwijl daglicht, met name schaduw, als koud wordt ervaren. Wanneer u de temperatuurknop gebruikt, verandert u voornamelijk de geel- en blauwwaarden in een foto en worden de groen- en magentawaarden weinig beïnvloed.
Verzadiging: Met deze knop regelt u de kleurintensiteit van een foto. Wanneer u de waarde verhoogt, verfraait u de kleuren waardoor ze levendiger of zelfs fel worden. Verlaagt u de waarde, dan haalt u de kleur uit de foto totdat er alleen grijstinten overblijven. Voor een fijnere controle van verzadiging kunt u Selectieve verzadiging gebruiken. Een bijbehorende aanpassing is Levendigheid en wordt vaak gebruikt voor portretten omdat hiermee huidtonen worden behouden.
Helderheid: Wanneer u Helderheid verhoogt, wordt het contract in de middentonen vergroot, waardoor randen in een beeld worden verscherpt. Een kleine verhoging van Helderheid kan het algemene uiterlijk van een beeld verbeteren.
Nevel: Als u Nevel verhoogt, wordt het beeld lichter doordat het dynamische bereik opwaarts wordt gecomprimeerd. Wat oorspronkelijk zwart was, wordt grijs; lichtere tonen worden ook helderder, maar in afnemende mate. Dit zorgt voor een gelijkmatig verlichtend en verzachten effect. Het omgekeerde resultaat, donkerder en gedetailleerder, wordt bereikt door voor Nevel negatieve waarden in te stellen. Hiermee wordt de helderheid van het beeld verlaagd, waardoor de meest verlichte gebieden en middentonen worden verscherpt door een neerwaartse uitbreiding van het dynamische bereik.
* Witbalans
Als de witte of grijze gebieden van een beeld een lichte tint of kleur bevatten, kunt u met de functies in deze groep een natuurlijk uiterlijk herstellen.
Selectie grijsschaal: Activeer de selectiefunctie en klik daarna op een witte of grijze positie in de foto (de minst kleurige). De witbalans van het beeld wordt automatisch aangepast zodat de ongewenste tint wordt verwijderd.
Kleurcirkel: Blader in het kleurenveld door het controlepunt verder van het centrum te verplaatsen totdat een natuurlijk uiterlijk wordt bereikt.
* Selectieve helderheid
Er zijn vijf aparte helderheidsinstellingen waarmee u de helderheiddelen van een foto kunt bewerken zonder dat er andere delen worden beïnvloed:
Zwart: Deze schuifregelaar heeft alleen invloed op de donkerste gebieden in de foto. Bewerk de zwart- en wittinten pas op het laatst voor een optimaal resultaat.
Vullicht: Wanneer u deze schuifregelaar verhoogt, kunt u meer detail produceren in de schaduwgebieden (geen zwarte) van een foto met volledig contrast.
MidRange: De zone die door deze schuifregelaar wordt beïnvloed, omvat het gehele middenbereik van de belichting.
Highlights: Deze schuifregelaar beïnvloedt de heldere gebieden van het beeld. Deze kan worden gebruikt om gebieden te verzachten die zijn overbelicht door flitslicht, weerkaatsingen of fel zonlicht.
Wittinten: Deze schuifregelaar is van invloed op de delen van de afbeelding die “wit” moeten zijn. Net als zwart moet u dit gereedschap als laatste gebruiken.
* Selectieve verzadiging
De standaard verzadigingscorrectie verhoogt de kleurverzadiging door het hele spectrum. Met Selectieve verzadiging verhoogt of verlaagt u de primaire en secundaire kleuren afzonderlijk. Als blauw bijvoorbeeld te sterk lijkt, kunt u dit aanpassen terwijl de andere kleuren hun intensiteit behouden.
* Aanpassingen
Tijdens het importeren detecteert Studio bepaalde parameters automatisch, maar verschillende factoren kunnen zorgen voor een verkeerde identificatie. Met Aanpassingen kunnen alle basiseigenschappen van het beeld indien nodig worden gewijzigd.
Alfa
Uw foto heeft mogelijk een alfakanaal, een 8-bits grijsschaalvlak dat het transparantieniveau van elke pixel in uw foto bepaalt. Als u het alfakanaal wilt verwijderen, kiest u de optie Alfa negeren.
Interlacing
Als de interlacingopties in het beeld verkeerd werden geïdentificeerd tijdens het importeren, gebruikt u dit vervolgkeuzemenu om de correcte instelling te kiezen.
Stereoscopisch 3D
Als de indeling van een 3D-afbeeldingsbestand verkeerd is geïdentificeerd tijdens het importeren, kunt u met deze vervolgkeuzelijst de correcte stereoscopische lay-out instellen.
* Bijsnijden
Gebruik dit gereedschap om een specifiek gedeelte in een foto te benadrukken of om ongewenste onderdelen te verwijderen.
Een foto bijsnijden.
Grensvak (frame bijsnijden): Wanneer u het bijsnijdgereedschap selecteert, verschijnt er een grensvak met verstelbare grootte over de foto. Sleep de randen en hoeken van het frame om de afbeelding bij te snijden of sleep het midden van het grensvak na het bijsnijden om de positie aan te passen.
H/B-verhouding: U kunt de vervolgkeuzelijst H/B-verhouding op de regelbalk gebruiken om ervoor te zorgen dat de bijsnijdrechthoek het gewenste standaardformaat behoudt tijdens het bijsnijden. De hoogte/breedteverhoudingen standaard (4:3) en breedbeeld (16:9) worden ondersteund.
Voorbeeld: Deze functie geeft de geselecteerde uitsnijding zonder de rest van het beeld weer. Druk op Esc of klik op de foto om terug te keren naar de bewerkingsweergave.
Wissen, Annuleren en Toepassen: Met Wissen stelt u het grensvak opnieuw in op de originele afmetingen; met Annuleren beëindigt u de functie en verwijdert u de aangebrachte wijzigingen; met Toepassen slaat u het gewijzigde beeld op zonder de editor te verlaten.
* Rechtmaken
Hiermee kunt u een afbeelding die elementen bevat niet helemaal horizontaal of verticaal zijn, rechtmaken. Behalve als u de afbeelding hebt bijgesneden, wordt de grootte hiervan dynamisch gewijzigd om te voorkomen dat de hoeken visueel worden afgesneden terwijl u de afbeelding roteert. Bij een bijgesneden afbeelding wordt de grootte niet aangepast zolang er voldoende materiaal overblijft om de lege hoeken te vullen.
Gereed om een afbeelding recht te maken (met vizieren).
Op de werkbalk onder het voorbeeld bevinden zich meerdere functies met betrekking tot Rechtmaken.
Hulplijnopties: Met de twee knoppen uiterst links op de werkbalk stelt u de modus in voor de lijnen die op het voorbeeld worden geplaatst als hulpmiddel voor het rechtmaken. Als u de ene knop selecteert, wordt de andere gedeselecteerd. Met de knop Vizieren (uiterst links) worden twee gekruiste lijnen toegevoegd die over de hele afbeelding met de muis kunnen worden versleept, die dienen als referentie voor de werkelijke verticale en horizontale uitlijning. De knop Raster creëert een vast, herhalend rasterpatroon over de hele afbeelding.
Hoek instellen: U kun de rotatiegraad instellen door de schuifknop op de werkbalk onder de afbeelding te gebruiken, of door de linkermuisknop ingedrukt te houden terwijl u over de afbeelding sleept. Rotaties tot 20 graden in beide richtingen worden ondersteund.
Wissen, Annuleren en Toepassen: Met Wissen herstelt u de originele staat van de afbeelding; met Annuleren beëindigt u de functie en verwijdert u de aangebrachte wijzigingen; met Toepassen slaat u het gewijzigde beeld op zonder de editor te verlaten.