Het deelvenster Editor
Het deelvenster Editor is toegankelijk via het tabblad Bewerken en deelt een ruimte met het deelvenster Bibliotheek.
In het deelvenster Editor kunt u, onder andere via keyframes, de eigenschappen voor de media of onderdelen configureren die u op de tijdlijn heeft geselecteerd. Hiervoor hoeft u het tabblad Bewerken niet te verlaten.
Selecteer de media waarmee u wilt werken op de tijdlijn en open het deelvenster Editor om de eigenschappen of andere instellingen weer te geven.
Als u bijvoorbeeld een clip selecteert op de tijdlijn waarop een effect is toegepast, kunt u de eigenschappen voor de clip bekijken.
Eigenschappen is het actieve gedeelte voor de media die u in de tijdlijn heeft geselecteerd.
Als u de instellingen wilt bekijken voor het effect dat op de clip is toegepast, klikt u op Effect aan de bovenkant van het deelvenster Editor.
U kunt niet alleen de effecten of de correcties bewerken die op de geselecteerde clip zijn toegepast, maar kunt ook een effect of correctie toevoegen aan de geselecteerde clip vanuit het deelvenster Editor.
Effect is het actieve gedeelte voor de media die u in de tijdlijn heeft geselecteerd.
Als u een consistente instelling wilt toepassen op het media-item of -onderdeel als geheel, kunt u de instellingen aanpassen (zonder dat keyframes zijn geactiveerd).
Keyframes gebruiken
Als u voor het aanpassen van de instellingen echter keyframes wilt gebruiken, sleept u de scrubber aan de rechterkant van het deelvenster Editor naar de gewenste positie en klikt u op de knop Keyframing in/uitschakelen (de ruit) rechts van het besturingselement dat u wilt aanpassen. U kunt het gewenste aantal keyframes toevoegen voor het gewenste resultaat. De scrubber in het deelvenster Editor wordt gesynchroniseerd met de scrubber op de tijdlijn en het deelvenster Player, zodat u elk van de drie panelen kunt gebruiken om het gewenste frame te vinden.
Als u een keyframe wilt toevoegen, klikt u op de witte knop Keyframe toevoegen/verwijderen (ruit) naast het besturingselement dat u wilt instellen. Vervolgens past u de instellingen aan en gebruikt u de voorbeeldweergave in het venster Player als referentie.
Als u een keyframe wilt selecteren, klikt u op een van de pijlknoppen (driehoeken) aan de zijkant van de knop Keyframe toevoegen/verwijderen.
Als u een keyframe wilt verwijderen, selecteert u het keyframe (met behulp van de pijlknoppen) en klikt u op de knop Keyframe toevoegen/verwijderen (het pictogram wordt gewijzigd voor de modus Verwijderen).
U verplaatst een keyframe langs de keyframelijn (en dus ook langs de tijdlijn) door te klikken en te slepen.
Let op: Als u keyframes uitschakelt (door op de knop Keyframing in/uitschakelen te klikken), gaan alle keyframes voor het besturingselement verloren (keyframes worden niet verborgen, maar verwijderd). Als u op de knop Keyframing in/uitschakelen klikt in de titelbalk van een gedeelte, worden alle keyframes voor alle besturingselementen verwijderd.
Met de knop Keyframing in/uitschakelen in een titelbalk worden keyframes toegevoegd of verwijderd voor alle besturingselementen in het betreffende gedeelte.
In dit voorbeeld is de scrubber uitgelijnd met de twee geselecteerde keyframes. U kunt een geselecteerde keyframe verwijderen door op de knop Keyframe toevoegen/verwijderen te klikken (ruit met een lijn erdoorheen) die rechts van het besturingselement wordt weergegeven.