Keyframes gebruiken
Keyframes zijn een manier om afzonderlijke eigenschappen van een geselecteerd element toe te wijzen aan specifieke momenten in een video. Als u meerdere keyframes instelt, kunt u kenmerken als positie, dekking en de grootte van elementen tijdens de duur van een video nauwkeurig wijzigen. U vindt keyframes in het deelvenster Editor, waar u de Eigenschappen van een clip kunt activeren en besturen, evenals Correcties, Kleur, Effect, 360 Video, Pan en Zoom en Tijd remapping. U vindt keyframes ook in het deelvenster Masker en het deelvenster Titel, en op andere plaatsen in de toepassing. Een keyframegebied wordt rechts van de eigenschappen en functies weergegeven in het deelvenster dat u hebt geopend.
* Keyframes gebruiken in het keyframegebied
1 Sleep de scrubber in een van de deelvensters met een keyframegebied naar de positie waarop u een keyframe wilt toevoegen.
2 Klik op de knop Keyframing in/uitschakelen (met de ruit) rechts van het besturingselement dat u wilt aanpassen (soms bevindt zich een aan/uit-knop boven een gedeelte waarmee keyframes aan het hele gedeelte worden toegevoegd). De knop wordt oranje wanneer keyframes zijn ingeschakeld. Voor afzonderlijke eigenschappen wordt de keyframebesturing rechts van de knop weergegeven.
Opmerking: Wanneer u keyframes inschakelt, wordt automatisch een keyframe toegevoegd op de huidige positie van de scrubber.
3 Kies de gewenste instellingen voor het huidige keyframe.
4 Voer een van de volgende handelingen uit om uw keyframes in te stellen en beheren. Verplaats de scrubber telkens wanneer u een nieuw keyframe instelt:
Een keyframe toevoegen: Klik op de witte knop Keyframe toevoegen/verwijderen (ruit) naast het besturingselement dat u wilt instellen. Vervolgens past u de instellingen aan en gebruikt u de voorbeeldweergave in het venster Player als referentie.
Een keyframe selecteren: Klik op de pijlknoppen (driehoeken) aan een van de zijden van de knop Keyframe toevoegen/verwijderen om naar een specifiek keyframe te gaan of sleep over het keyframe (het keyframe wordt oranje weergegeven wanneer u het via slepen selecteert).
Meerdere keyframes selecteren: Wanneer u met keyframes werkt die zich niet op de begin- of eindpositie bevinden, kunt u over de keyframes slepen om meerdere keyframes te selecteren (keyframes worden oranje weergegeven wanneer u deze via slepen selecteert). U kunt de keyframes naar een nieuwe positie slepen of met de rechtermuisknop klikken voor toegang tot de opties Verwijderen, Knippen, Kopiëren en Plakken.
Een keyframe verplaatsen: Klik op een keyframe en sleep het horizontaal naar een nieuwe positie.
Een keyframe kopiëren en plakken: Selecteer een of meer keyframes, klik met de rechtermuisknop op een geselecteerd keyframe en kies Kopiëren. Klik in het gebied met keyframes met de rechtermuisknop op de plek waarop u de keyframes wilt plaatsen en kies Plakken.
Een keyframe verwijderen: Selecteer het keyframe (met de pijlknoppen) en klik op de knop Keyframe toevoegen/verwijderen (het pictogram wordt gewijzigd wanneer de modus 'Verwijderen' wordt ingeschakeld). Sleep over een keyframe om het te selecteren, klik er met de rechtermuisknop op en kies Verwijderen.
Let op: Als u keyframes uitschakelt (door op de knop Keyframing in/uitschakelen te klikken), gaan alle keyframes voor het besturingselement verloren (keyframes worden niet verborgen, maar verwijderd). Als u op de knop Keyframing in/uitschakelen klikt in de titelbalk van een gedeelte, worden alle keyframes voor alle besturingselementen verwijderd.
Met de knop Keyframing in/uitschakelen in een titelbalk worden keyframes toegevoegd of verwijderd voor alle besturingselementen in het betreffende gedeelte.
In dit voorbeeld is de scrubber uitgelijnd met de twee keyframes. U kunt een geselecteerde keyframe verwijderen door op de knop Keyframe toevoegen/verwijderen te klikken (ruit met een lijn erdoorheen) die rechts van het besturingselement wordt weergegeven.