De feitelijke selectie van het te importeren materiaal vindt plaats in het hoofdgedeelte van de Importer. Iedere importbron gebruikt het hoofdgedeelte op een iets andere manier.
De foto's en het muziek- en videomateriaal of de projecten die u wilt importeren kunnen op diverse apparaattypen en technologieën staan. Dit zijn de ondersteunde importbronnen:
Sommige bronnen selecteert u in een sublijst met bestaande apparaten die wordt geopend als u op de vermelding van de hoofdbron klikt.
Studio biedt twee speciale modi voor het importeren van losse frames in plaats van doorlopend materiaal. Deze modi zijn:
Voor toegang tot de besturingselementen klikt u op de knop meer naast de bronnaam. Hiermee wordt het venster Ingangsniveaus geopend.
Met het venster Ingangsniveaus kunt u een aantal video- en audioparameters aanpassen. De schuifknop Tint (vierde van links) wordt niet gebruikt bij PAL-bronnen.
Hoewel u deze niveaus kunt aanpassen met de desbetreffende correctiefunctie op het tabblad Bewerken, hoeft u zich later geen zorgen meer te maken over kleurcorrectie wanneer u ze voor het vastleggen correct instelt.
Het correct instellen van uw audio-opties bij opname helpt bij het bereiken van consistente volumeniveaus en kwaliteit.
Bepaalde opnameapparaten bieden mogelijk minder opties dan hier worden getoond en besproken. Bij hardware zonder ondersteuning voor stereo-opnames verschijnt er bijvoorbeeld geen instelling voor audiobalans.
Video: Kies het type video dat u gaat digitaliseren door op de desbetreffende bron-knop te drukken (Composite of SVideo). Met de vijf schuifknoppen kunt u de helderheid (videoversterking), het contrast (verhouding van de lichtste tot de donkerste delen), de scherpte, de tint en de kleurverzadiging van de binnenkomende video regelen.
Audio: Met de schuifknoppen aan de rechterkant van het paneel kunt u het ingangsniveau en de stereobalans van de binnenkomende audio regelen.
Tenzij u anders bepaalt, gebruikt de Importer de standaard documentmappen voor video, muziek en foto´s van uw Windows-gebruikersaccount, en een standaardmap voor uw Pinnacle Studio-projecten.
De mappen die u kiest voor de diverse mediatypen, standaard of aangepast, dienen als basislocaties voor uw geïmporteerde bestanden. Om uw mediaverzameling effectief te beheren, kunt u tevens een eigen submapnaam aangeven of een methode voor het automatisch genereren van een naam op basis van de huidige datum of de dag waarop het geïmporteerde materiaal is gemaakt.
Als u bijvoorbeeld de hoofdmap voor de video instelt op "c:", en de naammethode voor uw submap op "Huidige naam", dan wordt video die u importeert overgebracht naar een map met een naam als "c:\vid\2017-10".
Vulniveau-indicator: Deze indicator geeft voor iedere importbestemming aan hoeveel ruimte er over is op het opslagapparaat. Het eerste deel van de balk staat voor de ruimte die al in gebruik is op het apparaat. Het gekleurde deel geeft aan hoeveel ruimte momenteel geselecteerde mediabestanden die nog worden geïmporteerd vereisen.
NB: Als een bestemmingsapparaat tijdens het importeren 98 procent bereikt, dan wordt de bewerking op dat punt gestopt.