Correcties : Videogereedschappen
Videogereedschappen
Deze gereedschappen bevinden zich op de tijdlijnwerkbalk onder het voorbeeldgedeelte van de Video-editor. Meteen onder de gereedschappen staat een tijdliniaal met een scrubber waarmee u door de video kunt gaan. Links bevinden zich de markeringknoppen. Zie Markeringen voor meer informatie.
De overige knoppen zijn bestemd voor het weergeven van een voorbeeld en het trimmen van de media. De meeste knoppen staan ook in de Audio-editor. Tenzij anders aangegeven gelden de beschrijvingen voor beide editors. (Zie Audio bewerken voor meer informatie.)
Stereoscopisch 3D: Met het pictogram en de vervolgkeuzepijl links naast de knop Weergave in loop kunt u uit verschillende modi voor het weergeven van 3D-materiaal kiezen. Het pictogram wordt voor elke modus anders weergegeven.
Als uw video in 3D is maar de vervolgkeuzepijl wordt niet weergegeven, gaat u naar Aanpassingen om de juiste 3D-instelling te kiezen. Zie Aanpassingen voor meer informatie.
Shuttle: Het shuttlewiel geeft vloeiende controle in twee richtingen met verschillende snelheden bij het doorzoeken van video of audio. Beide mediatypen kunnen op een lagere snelheid worden weergegeven. Sneltoetsen J (achteruit), K (pauze), L (vooruit) en elk van deze in combinatie met de Shift-toets (om langzaam af te spelen), maken ook eenvoudig scrubben en shuttelen met het toetsenbord mogelijk.
Transportknoppen: Met het ovale pijlpictogram wordt weergave in een lus geactiveerd. De overige knoppen zijn, van links naar rechts: Naar achteren springen, Eén frame terug, Afspelen, Eén frame vooruit stappen, Naar voren springen.
Audiomonitor: Met het luidspreker-pictogram wordt het systeemafspeelvolume ingesteld, maar het heeft geen invloed op het audioniveau dat wordt opgenomen. Klik eenmaal op de luidspreker om het geluid te dempen of klik op de schuifknop rechts van het pictogram om het monitorvolume aan te passen. Voor het instellen van het afspeelniveau van de clip zelf gebruikt u de Kanaalmixer. Zie Kanaalmixer.
Tijdcodedisplays: In het linkerveld wordt de duur van de getrimde media aangegeven. In het rechterveld wordt de huidige afspeelpositie weergegeven. Voor een bibliotheekitem is de afspeelpositie relatief ten opzichte van het begin van de media. Voor een tijdlijnclip wordt de afspeelpositie binnen het project aangegeven.
De positie numeriek instellen: Klik op het tijdcodeveld rechts voor de positie en voer een positie in “hh:mm:ss.xxx”-indeling in. Wanneer u op Enter drukt, springt de afspeellijn naar de opgegeven locatie als die positie in de clip aanwezig is. Druk op Esc om de wijziging ongedaan te maken en de invoermodus af te sluiten.
Items trimmen: Voor bibliotheekitems kunt u met de oranje handvatten aan beide uiteinden van de tijdliniaal uw eigen ingangs- en uitgangspunten voor het afspelen kiezen. Hiermee worden de eindpunten van de clip vastgelegd wanneer het item in een project wordt gebruikt.
Liniaal: De tijdliniaal geeft een schaal weer waarvan de gradaties afhangen van de huidige zoomfactor. Als u op een willekeurige plaats op deze liniaal klikt, springt de afspeelpositie (zie hieronder) naar deze positie.
Afspeelkop: Deze rode lijn, met zijn handvat de scrubber, loopt synchroon met het beeld dat momenteel wordt weergegeven (voor video) en ook met de rode lijn die wordt weergegeven op het golfvorm-display (voor audio). U kunt de lijn naar wens positioneren door op de scrubber te klikken en deze te slepen of door binnen de golfvorm te slepen.
Schuifbalk en zoomen: Door de dubbele lijnen aan het einde van de schuifbalk naar rechts en links te slepen, kunt u het zoomniveau van het display wijzigen. Wanneer de schuifbalk kleiner wordt, kan deze in zijn geheel naar achteren of naar voren worden verplaatst, zodat u kunt inzoomen op de golfvorm van een clip of extra nauwkeurig kunt scrubben. Dubbelklik op de schuifbalk om deze weer over de volle breedte van de clip uit te breiden. U kunt ook in- en uitzoomen door in het liniaalgedeelte naar links en naar rechts te slepen.
* Markeringen
Markeringen zijn visuele referentiepunten die op de tijdliniaal kunnen worden ingesteld om wisselende scènes of andere bewerkingsaanwijzingen te herkennen.
Het Markeringspaneel
Markeringen instellen en verplaatsen: Positioneer de afspeellijn op de locatie waar de markering moet worden ingesteld. Klik op de knop markering in-/uitschakelen links van de werkbalk of druk op M. Er kan slechts één markering per frame worden ingesteld.
Een markering verplaatsen: Ctrl-klik en sleep naar links of rechts.
De markering verwijderen: Klik op de markering om de afspeelkop naar die positie te verplaatsen en druk daarna op M of klik op de knop markering in/uitschakelen.
U kunt markeringen ook verwijderen met behulp van de lijst in het Markeringspaneel, dat wordt geopend wanneer u dubbelklikt op een markering op de liniaal, of op de pijl omlaag naast de knop markering in/uitschakelen.
Het Markeringspaneel toont de markeringen die zijn ingesteld in de media die momenteel worden weergegeven in oplopende volgorde met kleurcode, naam en positie. De meeste van de beschikbare opdrachten zijn van toepassing op de momenteel geselecteerde markering. Een uitzondering hierop vormt de knop Alle markeringen verwijderen onder aan het paneel.
Wanneer u op een markering in de lijst klikt, selecteert u deze voor bewerking. Tegelijkertijd springt de afspeelkop naar de positie van de markering.
Naam bewerken: In het veld naam kunt u indien gewenst een onderscheidende naam voor de momenteel geselecteerde markering invoeren. De pijlen naar links en rechts naast de naam bieden een andere manier om door de lijst te gaan.
Positie: Hier kunt u de positie van een markering rechtstreeks als tijdcode bewerken.
Kleur markering: Stel de kleur van de huidige markering (en daarna gecreëerde markeringen) in door op een van de beschikbare kleurknoppen te klikken.
Prullenbak: Met het prullenbakpictogram op elke rij van de lijst van markeringen kunt u markeringen een voor een verwijderen.